Vitaal melken (II)
Een 5-delig Blog over de zin- en onzin van machinaal melken
Vandaag het tweede deel, deel 3-5 volgen in de komende weken. Elk Blog blijft op deze pagina te lezen en kan dus prima als naslagwerk gebruikt worden. Heel graag zien we je reactie op de inhoud tegemoet.
I (2 november) Kunnen wij eigenlijk nog wel melken?
II (5 november) Opzet en lay-out van een goede melkmachine
III (9 november) Veel voorkomende fouten in de melkinstallatie
IV (16 november) Het hart van de melkinstallatie: het pulsatiesysteem
V (23 november) Is een droogstand zonder antibiotica wel mogelijk?
II Opzet en lay-out van een goede melkmachine
In de serieuze zoektocht naar oorzaken van een gebrekkige uiergezondheid wordt bijna altijd ook een zogenaamde ‘natte meting’ uitgevoerd. Rondom- en tijdens het melken wordt door een deskundige beoordeeld en gemeten of alles gaat zoals het zou moeten gaan. Meestal komen hierbij een aantal grotere- of kleinere verbeterpunten aan het licht; De melkstellen zijn niet goed gepositioneerd onder de geit, de spoeljetters zijn versleten etc. In heel veel gevallen blijkt echter, bij beter kijken, dat er een aantal cruciale punten in de installatie zijn aan te wijzen die beter kunnen en moeten, zonder dat ze worden benoemd in het rapport van de gedane meting. Punten die sterk bepalend zijn voor de kwaliteit van het melkproces en daarmee voor uiergezondheid.
Voor een optimaal melkproces is het van groot belang dat er een voldoende hoog- en stabiel vacuüm onder de spenen van de geit gecreëerd kan worden. Dit kan alleen als de luchtstroom van geit tot vacuümpomp vloeiend en ongehinderd plaats kan vinden, fluctuaties en turbulentie in de luchtstroom werken sterk negatief voor de dieren. Hetzelfde geldt voor de melkstroom van geit tot in de melk-/luchtafscheider. Als er variaties of remmingen in deze melkstroom aanwezig zijn zien we dit (omgekeerd) terug in de stabiliteit van het melkvacuum (melkstroomafhankelijke vacuümvariaties). De aanleg- en het verloop van de vacuumleiding en de melkleiding is dus sterk bepalend voor de kwaliteit van het melken; in bijgevoegde tekening van Dr Sybren Reitsma is schematisch weergegeven hoe dit er in het ideale geval uitziet voor een conventionele melkstal. Voor bijvoorbeeld een draaimelkstal ziet dit er uiteraard anders uit maar geldt hetzelfde principe.
De pulsatie vacuumleiding is van het melkvacuum gescheiden door middel van een distributietank om een zo stabiel mogelijk melkvacuum te garanderen. Het verloop en de dimensies (in deze schets slechts als voorbeeld) van de diverse leidingen bepalen het succes samen met een aantal andere componenten in het melkvoerende gedeelte, zoals bijvoorbeeld melkmeters en kleppen, die de melkstroom kunnen remmen. Bovendien is de uitvoering en locatie van de regulateur (of sensor vd frequentiesturing) erg belangrijk zodat deze alleen het melkvacuum goed afregelt en dit niet laat beïnvloeden door wat er verder in de installatie gebeurt.
Wat opvalt bij de tekening is de eenvoud. Wat opvalt in de praktijk is hoe vaak dit niet blijkt te kloppen.. Bij veel installaties is meer gelet op praktische aanleg dan op een ideale werking. Herstel is vaak niet erg moeilijk of kostbaar en kan soms flink verbetering brengen.
Meer weten? Lees dan volgende week woensdag deel III van dit Blog.
Vriendelijke groet,
Herman en Ferdinand
Goatshopping.nl